Meta, de technologiegigant onder leiding van Mark Zuckerberg, begint vanaf maandag (14) aan een van de meest ingrijpende rechtszaken in zijn geschiedenis. De Amerikaanse overheid voert een belangrijke antitrustzaak, waarin het bedrijf wordt beschuldigd van het illegaal opbouwen van een monopolie in de sociale-mediabranche door jarenlang concurrerende praktijken te ondermijnen.
Centraal in de zaak staat de beschuldiging dat Meta, via de overnames van Instagram en WhatsApp, de concurrentie heeft onderdrukt en zijn dominantie in het digitale ecosysteem heeft versterkt. Mocht de rechter de overheid in het gelijk stellen, dan zou Meta gedwongen kunnen worden zich op te splitsen, waarbij het verplicht zou zijn deze twee strategische platforms te verkopen — wat een van de grootste regulerende ingrepen in de moderne technologiegeschiedenis zou betekenen. Bovendien zou een ongunstige uitspraak een precedent kunnen scheppen voor soortgelijke onderzoeken naar andere techgiganten.

De zaak wordt voorgezeten door districtsrechter James Boasberg, een bekende naam in juridische kringen vanwege zijn partij-onafhankelijke houding, hoewel hij in het verleden werd bekritiseerd door voormalig president Donald Trump, die hem een “radicaal-linkse gek” noemde. Belangrijk om te benadrukken is dat deze zaak geen jury heeft: Boasberg zal alleen beslissen over het lot van Meta.
Dezezelfde rechter was eerder betrokken bij controversiële beslissingen, zoals toen hij het gebruik van de Wet op Buitenlandse Vijanden door Trump blokkeerde om buitenlandse bendeleden uit te zetten. Nu zou zijn oordeel het mondiale machtsevenwicht in de digitale wereld drastisch kunnen veranderen.
Hoewel de Federal Trade Commission (FTC), die verantwoordelijk is voor de zaak, doorgaans onafhankelijk opereert, kan politieke invloed niet worden uitgesloten. De zaak tegen Meta begon al onder het presidentschap van Trump, toen de FTC — met door hem benoemde commissarissen — en procureurs-generaal uit bijna alle Amerikaanse staten de overnames van Instagram (in 2012) en WhatsApp (in 2014) begonnen te onderzoeken. De eerste versie van de rechtszaak, ingediend in december 2020, werd afgewezen. Maar met de komst van Joe Biden als president, diende de FTC een sterkere versie in, die door de rechtbank werd geaccepteerd.
Achter de schermen rijzen vragen over de mogelijke invloed van Donald Trump — die opnieuw een prominente politieke rol speelt — op het verloop van de rechtszaak. In de afgelopen jaren probeerde Mark Zuckerberg nauwe banden te onderhouden met de voormalige president. Er waren meldingen van privé-diners, ontmoetingen in Mar-a-Lago en aanpassingen op Meta’s platforms die voldeden aan oude eisen van de Trump-aanhang, vooral met betrekking tot contentmoderatie.
In januari van dit jaar zou Zuckerberg intern aan medewerkers hebben gezegd dat “er nu een kans is om een productieve relatie op te bouwen met de Amerikaanse regering”, wat wijst op zijn bereidheid tot dialoog met de nieuwe politieke machtsstructuur. Op 2 april werd hij gespot bij het Witte Huis, samenvallend met berichten in de New York Times en Wall Street Journal over zijn poging om Trump te overtuigen om in te grijpen in de FTC-zaak ten gunste van Meta.
De spanningen liepen verder op toen Trump twee democratische FTC-commissarissen — Rebecca Slaughter en Alvaro Bedoya — ontsloeg, een controversiële beslissing, aangezien een uitspraak van het Hooggerechtshof uit 1935 stelt dat leden van de commissie alleen om gegronde redenen mogen worden verwijderd. Beide commissarissen hebben Trump aangeklaagd om hun functies te behouden.
Slaughter zei in een interview met CNN nadrukkelijk: “Onze wetten moeten zonder angst of begunstiging worden toegepast.” Ze waarschuwde ook voor het risico van politisering van justitie: “De president heeft duidelijk gemaakt dat hij de wet wil inzetten om zijn vijanden te raken en zijn bondgenoten te bevoordelen.”
De relatie tussen Zuckerberg en Trump wordt gekenmerkt door ambiguïteit. In een vorig jaar gepubliceerd boek beschuldigde Trump de Meta-CEO ervan tegen hem te hebben samengespannen bij de verkiezingen van 2020, en hij dreigde hem met gevangenisstraf als hij “weer iets illegaals zou doen”. Toch blijven de twee elkaar ontmoeten: na de aanslag op Trump in Butler, Pennsylvania, sprak Zuckerberg publiekelijk zijn steun uit, en recentelijk dineerden ze opnieuw samen in Mar-a-Lago.
Zuckerberg reageerde ook op oude kritiek van Trump door in januari een soort “Trumpistische hervorming” in te voeren in het contentbeleid van Facebook en Instagram, waarbij richtlijnen werden versoepeld en de strengheid van eerdere moderatie werd teruggeschroefd. Dat, gecombineerd met zijn regelmatige aanwezigheid op evenementen in conservatieve kringen, doet vragen rijzen over de werkelijke politieke positie van de miljardair.
Aan de vooravond van het proces bracht Meta een verklaring uit ter verdediging, waarin werd gesteld dat de rechtszaak een risico vormt voor het wereldwijde concurrentievermogen van de VS. “Toezichthouders zouden Amerikaanse innovatie moeten ondersteunen in plaats van een groot nationaal bedrijf op te breken en zo meer ruimte te geven aan China op cruciale gebieden zoals kunstmatige intelligentie”, zei een woordvoerder van het bedrijf.
Tijdens het proces zullen Meta’s advocaten blijven hameren op een centraal argument: dat er geen sprake is van een monopolie, omdat hun platforms rechtstreeks concurreren met andere grootmachten zoals TikTok, YouTube, X (voorheen Twitter), iMessage en opkomende platforms. “Elke 17-jarige op de wereld weet dat,” stellen de vertegenwoordigers van het bedrijf.
Als Meta verliest, zal het gedwongen worden om Instagram en WhatsApp te verkopen, waarmee het overnames zou moeten terugdraaien die het landschap van sociale media zoals we dat nu kennen hebben gevormd. Het zou een ongekende gerechtelijke beslissing zijn — en een die de machtsstructuur van grote technologiebedrijven zou kunnen herdefiniëren, waarbij het mondiale debat over digitale monopolies en regelgeving nieuw leven wordt ingeblazen.
Meer nog, de zaak zal ook een lakmoesproef zijn voor de onafhankelijkheid van Amerikaanse instellingen. In een tijd van toenemende polarisatie en politieke herschikking in de VS, overstijgt de Meta-rechtszaak het bedrijfsleven — het raakt direct aan het evenwicht tussen politieke macht, economische vrijheid en rechtvaardigheid.