De president van de Verenigde Staten, Donald Trump, staat op het punt een historische beslissing te nemen die de onderwijstructuur van het land zou kunnen herdefiniëren. Op donderdag 20 maart zal hij een uitvoerend bevel ondertekenen met als doel de sluiting van het ministerie van Onderwijs te starten, waarmee hij een van zijn meest controversiële en ambitieuze campagn beloften zal nakomen. De aankondiging van de maatregel, gedaan door het Witte Huis, heeft al geleid tot hevige debatten in het Congres en in de samenleving.
Vanaf zijn campagne heeft Trump het ministerie van Onderwijs aangewezen als een symbool van wat hij beschouwt als een buitensporige inmenging van de federale overheid in de staatszaken. Hij stelt dat het bestaan van de instantie niet alleen de overheidsuitgaven verhoogt zonder de academische resultaten te verbeteren, maar ook een risico vormt voor de onderwijsautonomie van de staten.

Afgelopen maand uitte de Republikeinse president zijn wens om het ministerie onmiddellijk te ontmantelen, maar erkende dat dit de steun van zowel het Congres als de lerarenbonden vereist, die zich fel verzetten tegen het initiatief. Gedurende zijn campagne viel Trump vaak het ministerie van Onderwijs aan, waarbij hij het in verband bracht met de zogenaamde “culturele oorlog” in de VS, door te stellen dat de instelling ideologieën bevorderde die volgens hem niet de traditionele Amerikaanse waarden weerspiegelen.
In een van zijn toespraken verklaarde Trump: “We gaan het educatieve moeras van de regering leegmaken en misbruik van belastinggeld stoppen om de Amerikaanse jeugd te indoctrineren met van alles wat jullie niet willen dat onze jongeren horen.”
Het Witte Huis versterkt dit standpunt door te stellen dat het ministerie, opgericht in 1979, al meer dan 3 biljoen dollar heeft uitgegeven zonder significante verbeteringen in de prestaties van leerlingen, vooral wanneer ze worden geëvalueerd op gestandaardiseerde tests.
Het bevel dat door Trump wordt ondertekend, instrueert de minister van Onderwijs, Linda McMahon, om “alle noodzakelijke maatregelen te nemen om de sluiting van het ministerie van Onderwijs te vergemakkelijken en de onderwijsauthoriteit terug te geven aan de staten”. Het document specificeert ook dat elk programma of activiteit gefinancierd door het ministerie van Onderwijs de bevordering van beleid met betrekking tot Diversiteit, Gelijkheid en Inclusie (DEI) of genderideologie moet vermijden, onderwerpen die vaak door Trump en zijn bondgenoten worden bekritiseerd.
Zelfs voordat het officiële handtekeningmoment plaatsvond, kreeg het uitvoerend bevel al hevige tegenstand. Een groep Democratische procureurs-generaal van verschillende staten heeft een rechtszaak aangespannen om de sluiting van het ministerie te verhinderen, met het argument dat de beslissing van Trump de federale wetgeving schendt en de door de wet gegarandeerde rechten in gevaar brengt.
Historisch gezien heeft Trump al geprobeerd het ministerie van Onderwijs in zijn eerste termijn te elimineren, maar hij stuitte op verzet in het Congres, dat het laatste woord heeft over de kwestie. Om de instantie op te heffen, heeft hij wetgeving nodig die door het Congres moet worden goedgekeurd, wat ten minste 60 stemmen in de Senaat vereist. Momenteel hebben de Republikeinen een meerderheid van 53-47 in de Senaat, wat betekent dat de steun van ten minste zeven Democraten essentieel is om de sluiting te realiseren.
Democratische leider in de Senaat, Patty Murray, bekritiseerde de maatregel hevig, waarbij ze Trump beschuldigde van het “vernietigen van het ministerie van Onderwijs en het ontslaan van de helft van het personeel”. Ze beloofde zich in te zetten tegen wat ze noemde de “snij- en brandcampagne” van de Republikeinse regering.
Het ministerie van Onderwijs speelt een vitale rol in het functioneren van het Amerikaanse schoolsysteem. Het houdt toezicht op ongeveer 100.000 openbare scholen en 34.000 privéscholen, hoewel meer dan 85% van de financiering voor openbare scholen afkomstig is van staats- en lokale overheden.
Tot zijn essentiële functies behoort het verstrekken van federale subsidies aan achtergestelde scholen, het financieren van programma’s voor kinderen met speciale behoeften, het bevorderen van culturele initiatieven en het helpen moderniseren van onderwijsinfrastructuur. Het ministerie is ook verantwoordelijk voor de administratie van 1,6 biljoen dollar aan studentenleningen, waarmee miljoenen Amerikanen toegang krijgen tot hoger onderwijs.
De sluiting van de instantie zou dus verschillende uitdagingen met zich meebrengen voor staten en onderwijsinstellingen, die de verantwoordelijkheden zouden moeten overnemen die eerder door de federale overheid werden gecoördineerd.
De actie van Trump voorziet ook in aanzienlijke bezuinigingen op het personeel van het ministerie. Er wordt verwacht dat meer dan 1.300 werknemers ontslagen worden, waardoor het totale aantal medewerkers van de instantie van 4.133 naar ongeveer 2.183 wordt teruggebracht. Het personeel wordt verminderd door massaontslagen, vrijwillige ontslagen en het beëindigen van proeftijdcontracten.
De maatregel wordt al juridisch betwist door procureurs-generaal van 20 staten en het District of Columbia, die de Trump-administratie aanklagen bij een federale rechtbank in Boston. Zij stellen dat de abrupte vermindering van het personeel het uitvoeren van essentiële functies, waaronder de handhaving van burgerrechten in het onderwijs, onmogelijk zal maken. De rechtszaak stelt ook dat Trump de bevoegdheden van het Congres usurpeert, aangezien de federale wetgeving de opheffing van de instantie via een uitvoerend bevel niet toestaat.
De sluiting van het ministerie van Onderwijs belooft een van de meest controversiële stappen van de Trump-administratie te zijn. Terwijl zijn aanhangers beweren dat de maatregel verspilling zal verminderen en de autonomie van de staten zal versterken, waarschuwen critici voor de risico’s van de afbraak van essentiële onderwijsbeleid en de negatieve impact voor miljoenen studenten. Nu het Congres en de rechtbanken zijn betrokken, is de strijd om de toekomst van het onderwijs in de VS pas begonnen.